Nokia 9210 Communicator - Telefooninstellingen

background image

Telefooninstellingen

Druk in het beginvenster van de toepassing Telefoon op de toets Menu en selecteer
Instellingen om een van de volgende instellingen te selecteren.

Profielinstellingen

Profielen worden gebruikt om de instellingen van verschillende
gebruiksomgevingen van de communicator te groeperen. In de instellingen kunt u
de profielfuncties wijzigen. Er is altijd één profiel actief.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

86

Telefoon

Als u het actieve profiel wilt wijzigen, drukt u op de toets Menu. Gebruik de
navigatietoetsen om het pictogram Profielen, rechts van de menubalk, en een
nieuw profiel in de menulijst te selecteren.

Figuur 21

Als u een profiel wilt selecteren en wijzigen, drukt u op de toets Menu en selecteert
u Instellingen > Profielen….

De volgende profielen zijn meegeleverd met de communicator:

Normaal: het standaardprofiel van de communicator.

Stil: u kunt dit profiel instellen als u alle waarschuwingstonen wilt uitschakelen
(behalve de alarmklok en de herinnering, zie ‘Opmerking’ op pagina 87).

Vergadering: u kunt opgeven hoe de communicator moet werken als u in een
vergadering zit. Zo kunt u de tonen bijvoorbeeld op een laag volume instellen.

Buiten: u kunt opgeven hoe de communicator moet werken als u buiten bent.

Semafoon: u kunt dit profiel instellen als de communicator als pieper moet
fungeren. Standaard is ingesteld dat er geen beltoon is en dat u een
waarschuwingstoon hoort wanneer u een SMS-bericht ontvangt.

3LFWRJUDP3URILHOHQ

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

87

Telefoon

Vliegtuig: hiermee wordt het profiel Vliegtuig ingesteld. Zie ‘Profiel Vliegtuig’ op
pagina 101 voor meer informatie.

Opmerking: Als u de alarmklok hebt ingeschakeld of wanneer u in Agenda een

alarmtijd hebt ingesteld, blijven deze ingeschakeld in alle
profielen, ook in het profiel Stil.

Een nieuw profiel maken

1 Als u een profiel wilt maken, drukt u op de toets Menu en selecteert u

Instellingen > Profielen…. Vervolgens drukt u op Nieuw. De huidige waarden van
het profiel Algemeen worden naar het nieuwe profiel gekopieerd. U kunt de
waarden desgewenst wijzigen.

2 Als u de instellingen van een van de profielen wilt wijzigen, selecteert u een

profielnaam en drukt u op Bewerken. Er wordt een dialoogvenster met vier
tabbladen geopend, zoals wordt weergegeven in figuur 22. Definieer de
volgende gegevens voor deze tabbladen:

Figuur 22

Tabblad Algemeen

Naam: Voer de naam in van het profiel. Van bepaalde profielen kunt u de naam

niet wijzigen.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

88

Telefoon

Oproepsignaal: Kies het oproepsignaal voor de beltoon. U kunt kiezen uit:

Standaard/Oplopend/1 keer bellen.

Beltoon: Hiermee definieert u het geluid voor de inkomende oproep. Druk op

Wijzigen. Nu kunt u een keuze maken uit de geluidsbestanden die met de
communicator zijn meegeleverd. U kunt ook zoeken naar eventuele
andere geluidsbestanden. Zie pagina 252 voor het opnemen van tonen.

Beltoon, lijn 1: en Beltoon, lijn 2:: Hiermee definieert u het geluid voor inkomende

oproepen die op twee verschillende lijnen binnenkomen, indien
beschikbaar. Druk op Wijzigen. Nu kunt u een keuze maken uit de
geluidsbestanden die met de communicator zijn meegeleverd. U kunt ook
zoeken naar eventuele andere geluidsbestanden.

Persoonlijke beltonen: Hiermee definieert u of de persoonlijke beltoon van bellers

wordt gebruikt. U kunt kiezen uit: Aan/Uit. Zie ‘Een beltoon koppelen’ op
pagina 109 voor informatie over het koppelen van een beltoon aan een
contactkaart.

Tabblad Waarschuwingen

Klokalarm, Herinnering, SMS-bericht ontvangen en Faxbericht ontvangen: U kunt een

specifiek geluid kiezen om te worden gewaarschuwd bij elk van deze
situaties. Selecteer een optie en druk vervolgens op Wijzigen als u wilt
kiezen uit geluidsbestanden die zijn meegeleverd met de communicator.
U kunt ook zoeken naar andere geluidsbestanden. Door op Volume te
drukken kunt u het volume van een alarm aanpassen.

Tabblad Meldingen

Toetsenbordtoon: Hiermee kunt u het geluid voor het toetsenbord instellen. U kunt

kiezen uit: Uit/ Zacht/Hard.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

89

Telefoon

Toetsenbloktoon: Hiermee kunt u het geluid voor het toetsenblok instellen. U kunt

kiezen uit: Uit/ Zacht/Hard.

Alarmtonen: U kunt kiezen uit: Aan/Uit. Alarmtonen zijn tonen waarmee een fout

(bijvoorbeeld een onjuiste toetsaanslag) of ongewenste situatie (zoals een
bijna lege batterij) wordt aangegeven.

Tabblad Overige

Beltoon voor: Hiermee kunt u kiezen bij welke inkomende oproepen u een beltoon

hoort. U kunt kiezen uit: Alle oproepen/Alleen VIP-groep/Geen. Als u Alleen
VIP-groep
kiest, hoort u alleen een beltoon bij oproepen van personen die
als VIP zijn gedefinieerd. Zie het hoofdstuk Contacten, pagina 121. Alle
andere oproepen worden op het scherm weergegeven met een bericht,
maar zonder beltoon.

Alle oproepen doorschakelen: Hiermee kunt u een bestemming definiëren waarnaar

alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld. De eerste optie is Zelf
gedefinieerd
, dat wil zeggen dat u de instellingen voor het doorschakelen
gebruikt die zijn opgegeven in het begindialoogvenster Doorschakelen.
(Zie pagina 91.)
De resterende doorschakelopties zijn dezelfde als de opties die worden
weergegeven op pagina 92. Als u het profiel wijzigt, overschrijven de
instellingen die u hier opgeeft de instellingen die u maakt door de toets
Menu te selecteren en > Instellingen > Netwerkservices > Doorschakelen…
te selecteren. Zie ‘Instellingen van netwerkservices’ op pagina 91.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

90

Telefoon

Snelkeuzenummers

Tip: Zie ook

‘Snelkeuzenummers kiezen’
op pagina 48.

Met behulp van snelkeuzenummers kunt u snel veelgebruikte nummers bellen.
U kunt aan acht telefoonnummers snelkeuzenummers toewijzen. Een voorbeeld
wordt weergegeven in figuur 23.

1 Druk op de toets Menu en selecteer Instellingen > Snelkeuzenummers….
2 Als u een nummer wilt toewijzen aan een snelkeuzelocatie of een bestaand

nummer wilt wijzigen, drukt u op Nummer toevoegen of Nummer wijzigen. Er
wordt een lijst met contacten weergegeven uit de contactendatabase.

3 Selecteer een contactkaart en druk op Kiezen. Contactkaarten zonder

telefoonnummer worden lichter gekleurd weergegeven.

Locatienummer 1 is gereserveerd voor het bellen van uw standaardvoicemailbox.
Zie pagina 95 voor meer informatie. U kunt deze waarde niet wijzigen, dus wordt
het item lichter gekleurd weergegeven. Zie pagina 79 voor meer informatie over
voicemailboxes.

Figuur 23

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

91

Telefoon

Instellingen van netwerkservices

Opmerking: Mogelijk worden netwerkservices niet door alle

netwerkexploitanten aangeboden. Als er services worden
aangeboden, moet u zich hierop wellicht abonneren.

Tip: Als u de instellingen

voor het doorschakelen of
blokkeren van
spraakoproepen wilt
wijzigen, moet de telefoon
zijn ingeschakeld.

Informatie over de status van deze services wordt opgeslagen op het netwerk.
Daarom worden de huidige instellingen pas weergegeven als u de
netwerkgegevens als volgt aanvraagt:

1 Druk op de toets Menu en selecteer Instellingen > Netwerkservices
2 Als u bijvoorbeeld de instelling van Doorschakelen indien in gesprek wilt

controleren, kiest u Doorschakelen…, selecteert u deze met de navigatietoets en
drukt u vervolgens op Status controleren. Als de aanvraag aan het netwerk
wordt ingediend, wordt er een bericht weergegeven op het scherm.

3 Als de aanvraag geslaagd is, wordt de nieuwe status weergegeven in de lijst met

instellingen.

Figuur 24

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

92

Telefoon

Spraakoproepen doorschakelen

Met behulp van het doorschakelen van spraakoproepen kunt u de inkomende
spraakoproepen doorschakelen naar een ander telefoonnummer. Het kan worden
vergeleken met doorverbinden.

1 Druk op de toets Menu en selecteer Instellingen > Netwerkservices >

Doorschakelen…. Het dialoogvenster Spraakoproepen doorschakelen wordt
geopend.

2 Kies een van de volgende doorschakelopties:

Alle oproepen doorschakelen: alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld.
U kunt ook een specifieke instelling in een profiel instellen voor Alle oproepen
doorschakelen
. Zie pagina 85 voor meer informatie.
Doorschakelen indien in gesprek: inkomende oproepen worden doorgeschakeld als
u in gesprek bent.
Doorschakelen indien buiten bereik: inkomende oproepen worden doorgeschakeld
als de telefoon is uitgeschakeld of zich buiten het netwerkservicegebied
bevindt.
Doorschakelen indien niet opgenomen: inkomende oproepen worden
doorgeschakeld als u niet binnen een bepaalde tijd opneemt.
Vertraging: dit is van toepassing op de optie Doorschakelen indien niet
opgenomen.
. Met behulp van Vertraging kunt u de periode bepalen waarna de
oproep wordt doorgeschakeld. U kunt de vertraging instellen op: Standaard/5
seconden
/10 seconden/15 seconden/20 seconden/25 seconden/30 seconden.
Doorsch. indien niet besch.: via deze optie kunt u met één actie doorschakelen
inschakelen voor Doorschakelen indien in gesprek/Doorschakelen indien buiten
bereik
/Doorschakelen indien niet opgenomen.

3 Druk op Wijzigen en selecteer een van de volgende opties:

Naar: voer het nummer in waarnaar u de oproepen wilt doorschakelen.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

93

Telefoon

Standaardvoicemailbox: oproepen worden doorgeschakeld naar uw
voicemailbox. Als u over meerdere mailboxes beschikt, moet u een mailbox in
een lijst kiezen. Zie pagina 95 voor meer informatie. Het telefoonnummer van
de voicemailbox moet worden ingesteld door op de toets Menu te drukken en
Netwerkservices > Andere diensten… te selecteren.
Uit: het doorschakelen uitschakelen.

Spraakoproepen beperken

Als u spraakoproepen wilt beperken, kunt u de netwerkservice Spraakoproepen
blokkeren gebruiken. Als u oproepen wilt blokkeren of de blokkeerinstellingen wilt
wijzigen, hebt u een blokkeerwachtwoord nodig. U kunt dit wachtwoord verkrijgen
bij de netwerkexploitant.

1 Druk op de toets Menu en selecteer Instellingen > Netwerkservices > Blokkeren….

Het dialoogvenster Spraakoproepen blokkeren wordt geopend.

2 Kies een van de beschikbare opties:

Uitgaande oproepen: er kan niet worden gebeld.
Inkomende oproepen: u kunt niet worden gebeld.
Internationale gesprekken: er kan niet naar het buitenland worden gebeld.
Inkomende oproepen in buitenland: u kunt niet worden gebeld als u zich in het
buitenland bevindt.
Internationale gesprekken (niet naar eigen land): als u internationaal roaming hebt
ingeschakeld via uw netwerkexploitant, kunt u geen internationale gesprekken
in het buitenland voeren, behalve naar het eigen land.

Als u zich abonneert op de netwerkservice Andere lijn, worden spraakoproepen
alleen geblokkeerd voor de Gekozen lijn.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

94

Telefoon

Opmerking: Als Spraakoproepen blokkeren in gebruik is, zijn oproepen naar

bepaalde alarmnummers nog wel mogelijk bij een aantal
netwerken.

Als u alle doorgeschakelde of geblokkeerde oproepen wilt annuleren, drukt u op
Alles annuleren of Alles annuleren.

Andere netwerkservices

1 Druk op de toets Menu en selecteer Instellingen > Netwerkservices > Andere

diensten…

2 Hier vindt u de volgende opties:

Netwerk kiezen: hiermee kunt u de manier waarop een netwerk wordt
geselecteerd, wijzigen. Daarnaast kunt u zich aanmelden bij een ander netwerk.
U kunt de netwerkselectie instellen op Automatisch of Handmatig. Bij de
automatische netwerkselectie wordt het meest geschikte netwerk geselecteerd
via de communicator. Bij de handmatige netwerkselectie wordt er naar
beschikbare netwerken gezocht en wordt er een lijst met aangetroffen
netwerken weergegeven. Vervolgens kunt u het gewenste netwerk selecteren.
Wachtfunctie: druk op Wijzigen om Aan of Uit te kiezen. Zie ‘Een oproep in de
wacht beantwoorden’ op pagina 84. voor een korte beschrijving van de
wachtfunctie.
Eigen nummer zenden: hiermee wordt bepaald of uw nummer verborgen blijft
voor of wordt getoond aan de persoon die u belt. Druk op Wijzigen om de opties
Standaard/Aan/Uit weer te geven.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

95

Telefoon

Instellingen van voicemailbox

Zie pagina 79 voor informatie over voicemailboxes.

1 Druk op de toets Menu en selecteer Instellingen > Voicemailboxes.
2 Als u de instellingen van een voicemailbox wilt wijzigen, selecteert u een

mailbox en drukt u op Bewerken. Er wordt een dialoogvenster met twee
tabbladen weergegeven. Zie figuur 25.

Figuur 25

Tabblad Eigenschappen

Definieer de volgende opties:

Naam:

Voer een beschrijvende naam in voor de mailbox.

Aantal: Voer een nummer in voor de mailbox. Dit nummer hebt u van de

netwerkservice ontvangen.

Opmerking: Het type voicemailbox bepaalt of u beide velden kunt bewerken.

De naam en het nummer van een SIM-voicemailbox kunnen
bijvoorbeeld niet worden bewerkt.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

96

Telefoon

Tabblad DTMF-tonen

DTMF: U kunt DTMF-tonen definiëren voor een voicemailbox die niet is geleverd

bij de SIM-kaart. Iedere toon wordt door een teken weergegeven. Druk op
Toevoegen als u tekens wilt invoeren en deze wilt opslaan met een label,
bijvoorbeeld DTMF2. U kunt ook Geen DTMF-tonen selecteren. Als u een
voicemailbox bewerkt die bij uw SIM-kaart is geleverd, wordt dit tabblad
lichter gekleurd weergegeven.

Oproepinstellingen

1 Druk op de toets Menu en selecteer Instellingen > Bellen….
2 Definieer de volgende opties:

Geluid als de klep open is: Hiermee bepaalt u of de handenvrije modus
automatisch wordt geselecteerd als u de klep opent. Druk op Wijzigen om te
schakelen tussen Aan/Uit.
Automatisch herhalen: Als deze instelling is ingesteld op Aan en u een nummer
kiest dat in gesprek is of geen gehoor geeft, wordt het nummer net zo lang
gekozen, totdat er verbinding is gemaakt. Druk op Wijzigen om te schakelen
tussen Aan/Uit.

Geavanceerde instellingen

1 Druk op de toets Menu en selecteer Instellingen > Geavanceerd….
2 Definieer de volgende opties:

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

97

Telefoon

Tabblad Gesprekskosten

Tip: Als u het

serienummer van de
telefoon wilt weergeven,
drukt u op de toets Menu en
selecteert u Tools >
Serienummer (IMEI). U wordt
hier mogelijk om gevraagd
door uw netwerkexploitant.

Als uw netwerk de dienst Gesprekskosten ondersteunt, kunt u met dit tabblad de
instellingen voor de gesprekskosten wijzigen en kostentellers weergeven. U wordt
gevraagd de PIN2-code op te geven. Als dit tabblad lichter gekleurd wordt
weergegeven, wordt deze netwerkservice niet door de SIM-kaart ondersteund.

Figuur 26

Tegoed weergeven: Hiermee bepaalt u welke gegevens over de belkosten tijdens het

bellen worden weergegeven. U kunt kiezen uit: Nee/Gebruikt/Resterend.
Het tegoed is een geldbedrag, dat wordt aangegeven in eenheden of in
een valuta.

Valuta: Voer maximaal drie tekens in voor de gewenste valuta. U kunt cijfers of

letters invoeren. U kunt bijvoorbeeld ‘FIM’ invoeren voor de Finse valuta.
Dit veld wordt gebruikt bij Prijs per eenheid, dat hieronder wordt
beschreven, en bij Tonen in valuta.

Prijs per eenheid: Als u eenheden gebruikt, moet u een decimaal getal invoeren voor

de prijs van iedere kosteneenheid. U moet ook het bovengenoemde veld
Valuta invullen.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

98

Telefoon

Kostenlimiet: U beschikt over twee opties: Geen limiet of een waarde die u kunt

definiëren in het veld. U kunt de limiet definiëren in eenheden of in een
valuta. Als u een gesprek voert en de kostenlimiet wordt bereikt, wordt de
oproep beëindigd. U kunt niet meer bellen. Voor- en nadat de
gesprekslimiet is bereikt, wordt er een bericht weergegeven op het
scherm.

Druk op Kosten berekenen: In dit dialoogvenster worden de volgende gegevens
weergegeven:

Laatste gesprek:: de kosten van het laatste gesprek.

Alle gesprekken:: de kosten van alle gesprekken sinds de kostenteller opnieuw
is ingesteld. Zie figuur 27.

Resterende tegoed: als u een limiet hebt gedefinieerd in Kostenlimiet, kunt u
hiermee het resterende geldbedrag of de resterende eenheden weergeven.

Druk op Tonen in eenheden of Tonen in valuta als u wilt kiezen hoe de
belkosten moeten worden weergegeven in de communicator. ‘Eenheden’ is
een netwerkwaarde, bijvoorbeeld ‘21 eenheden’. De valuta wordt
weergegeven in de tekens die u hebt ingevoerd in het veld Valuta.

Druk op Kosten wissen als u de kostentellers wilt wissen. U moet uw PIN2-
code invoeren.

Figuur 27

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

99

Telefoon

Opmerking: De definitieve factuur van de netwerkexploitant voor gesprekken

en geleverde diensten kan variëren als gevolg van netwerkfuncties,
afrondingen, belastingen, enzovoort.

Tabblad Vaste nummers

Vaste nummers is een netwerkservice waarmee u het bellen kunt beperken tot een
beperkt aantal vaste nummers die zijn opgeslagen op de SIM-kaart. De service
wordt aangeboden door een aantal netwerkexploitanten. Als de service Vaste
nummers actief is, worden in de SIM-telefoonlijst alleen nummers weergegeven
uit de lijst met vaste nummers. U hebt nog wel toegang tot de telefoonlijst van de
communicator, maar u kunt deze nummers niet kiezen. Als deze netwerkservice
niet door de SIM-kaart wordt ondersteund, wordt dit tabblad lichter gekleurd
weergegeven.

Figuur 28

Als u de instellingen wilt wijzigen of de vaste nummers wilt weergeven, moet u uw
PIN2-code invoeren. Als de service is ingesteld op Aan, drukt u op Nummers
bewerken
om nummers toe te voegen, te wijzigen of te verwijderen.

U moet namen en nummers invoeren in de lijst met vaste nummers.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

100

Telefoon

Opmerking: Als de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunnen in sommige

netwerken mogelijk nog wel bepaalde alarmnummers worden
gekozen (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).

Tabblad Lijn kiezen

Als u zich aanmeldt bij de netwerkservice Andere lijn, beschikt u over twee lijnen
(telefoonnummers) voor de communicator. Mogelijk gelden voor de afzonderlijke
lijnen aparte instellingen voor een aantal telefoonfuncties. Als deze service niet
beschikbaar is of als u de service niet gebruikt, wordt het tabblad Lijn kiezen lichter
gekleurd weergegeven.

Figuur 29

De volgende opties zijn beschikbaar op dit tabblad:

Gekozen lijn: Hiermee wordt de lijn voor uitgaande oproepen gedefinieerd. U kunt

kiezen uit: Primaire lijn/Andere lijn. Voor faxoproepen wordt altijd de
primaire lijn gebruikt. Als Lijn kiezen actief is (zie de volgende alinea), kunt
u de actieve lijn niet wijzigen.

Lijn kiezen: Hiermee kunt u het wijzigen van de geselecteerde lijn blokkeren. De

waarden zijn Aan/Uit. Als u de waarde wilt wijzigen, moet u uw PIN2-code
invoeren.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

101

Telefoon