5. Telefoon
Tip: Ook tijdens een
telefoongesprek is het
mogelijk naar andere
toepassingen over te
schakelen.
U kunt de toepassing Telefoon gebruiken om te bellen en gebeld te worden, om
handenvrij te bellen of om telefonische vergaderingen te voeren. U kunt
gesprekken opnemen en doorverbinden, voicemailboxes beluisteren en instellingen
en profielen beheren.
U start de toepassing Telefoon door op de toepassingstoets Tel op het toetsenbord
te drukken.
U kunt de telefoon gebruiken als:
• de telefoon is ingeschakeld;
• de communicator een geldige SIM-kaart bevat, en
• u zich binnen het dekkingsgebied van het draadloze netwerk bevindt.
Sommige handelingen die hier worden beschreven, kunnen ook via de klep van de
communicator worden uitgevoerd.
Opmerking: Tijdens het bellen kunt u de klep gewoon openen of sluiten. Als u
via de toepassing Telefoon een telefoongesprek voert en u sluit de
klep, kunt u het gesprek voortzetten met behulp van de telefoon.
©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
76
Telefoon