Gesprekken beheren
Tijdens een gesprek kunt u een verschillende functies gebruiken. Dit zijn over het
algemeen netwerkdiensten.
U kunt deze functies weergeven door tijdens het gesprek op Opties te drukken De
volgende opties (of een aantal daarvan) worden weergegeven:
Opnemen - Hiermee kunt u een inkomende oproep beantwoorden.
Weigeren - Hiermee kunt u een inkomende oproep weigeren.
Met Stand-by/Activeren - Stand-by zet u het actieve gesprek in de wacht, zodat u
een ander nummer kunt bellen. Als u het oorspronkelijke gesprek weer wilt
activeren, selecteert u Activeren.
Nieuwe oproep - Hiermee kunt u het actieve gesprek in de wacht zetten en een
nieuw telefoonnummer kiezen.
DTMF zenden - Hiermee kunt u DTMF-tonen verzenden. Zie ‘DTMF-tonen verzenden
tijdens een oproep’ op pagina 84.
Beëindigen - Hiermee kunt u het actieve gesprek beëindigen.
Alles beëindigen - Hiermee beëindigt u zowel het actieve gesprek als het gesprek dat
u in de wacht hebt gezet.
©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
51
Telefooninterface
Telefoonlijst - Hiermee opent u de telefoonlijst.
Menu - Hiermee activeert u het Menu.
Microfoon uit/Microfoon aan - Hiermee schakelt u de microfoon van de
communicator in of uit. Als de communicator is aangesloten op een carkit voor
handenvrij bellen, wordt de microfoon van de carkit ook uitgeschakeld als u op
Microfoon uit drukt.
Wisselen - Hiermee kunt u wisselen tussen twee gesprekken, een actief gesprek en
een gesprek dat in de wacht is gezet.
Doorverbinden - Hiermee kunt u twee spraakoproepen met elkaar verbinden en zelf
de verbinding met beide oproepen verbreken. Zie ‘Oproepen doorschakelen’ op
pagina 83.
Vergadering - Hiermee voegt u een actief gesprek en een gesprek dat in de wacht
is gezet samen voor een telefonische vergadering.
Apart - Met Apart kunt u tijdens een vergadering privé converseren met een van de
deelnemers.