Nokia 9210 Communicator - Algemene functies

background image

Algemene functies

Een aantal items tegelijk selecteren

Als meervoudige selectie beschikbaar is, kunt u een aantal items tegelijk
selecteren. De opdrachten die u daarna gebruikt, zijn van invloed op alle
geselecteerde items. Meervoudige selectie is mogelijk in de meeste lijsten.

Als u items één voor één wilt selecteren, gaat u naar het item en houdt u Ctrl +
spatiebalk ingedrukt.

Als u een grotere set opeenvolgende items wilt selecteren, markeert u de items
door op Shift en +

ingedrukt te houden terwijl u met de toets

op de

navigatietoets of de spatiebalk de gewenste items selecteert.

De meervoudige selectie wordt geannuleerd als u op de Esc-toets drukt.

Speciale tekens

Met de Chr-toets op het toetsenbord van de communicator kunt u tekens invoegen
die niet beschikbaar zijn op het toetsenbord. De Chr-toets kan altijd worden
gebruikt als u tekens met het toetsenbord kunt invoeren.

Opmerking: Sommige speciale tekens worden mogelijk onjuist weergegeven als

deze worden verzonden via de communicator. Dit kan bijvoorbeeld
gebeuren in e-mail- of SMS-berichten, vanwege verschillen in
netwerkprotocollen.

Speciale tekens invoegen uit de tekentabel

1 Druk op de Chr-toets. Er verschijnt een dialoogvenster.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

30

Alge

mene gegevens

2 Druk op de toets Menu om de pagina met het gewenste teken te selecteren.
3 Selecteer het speciale teken of de speciale tekens en druk vervolgens op

Invoegen.

Speciale tekens invoegen met het toetsenbord

Druk op de Chr-toets en houd deze ingedrukt. Druk tegelijk op een toets waarop
als het derde teken een speciaal teken is afgedrukt.

U kunt ook speciale tekens invoegen met bepaalde niet-gemarkeerde toetsen
(zoals “a” en “e”). Dit werkt als volgt:

1 Druk op de Chr-toets en houd deze ingedrukt. Druk tegelijkertijd op een

lettertoets. Het eerste speciale teken dat aan de lettertoets is gekoppeld, wordt
weergegeven.

2 Houd de Chr-toets ingedrukt en druk nogmaals op de lettertoets. Het tweede

speciale teken wordt weergegeven, enzovoort, totdat het eerste teken opnieuw
wordt weergegeven.
De speciale tekens worden in kleine letters of hoofdletters weergegeven,
afhankelijk van of u op de Shift- of Caps Lock-toets hebt gedrukt.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

31

Alge

mene gegevens

Sneltoetsen

Tip: Er zijn meer

sneltoetsen beschikbaar in
de menu’s op het scherm
van de
communicatorinterface.

U kunt een aantal sneltoetsen gebruiken in de documenttoepassingen. De
sneltoetsen zijn afhankelijk van de actieve toepassing. In de volgende tabel wordt
een aantal van de beschikbare sneltoetsen weergegeven:

Sneltoets

Functie

Ctrl + a
Ctrl + c
Ctrl + x
Ctrl + v
Ctrl + z

Alles selecteren
Geselecteerde tekst kopiëren
Geselecteerde tekst knippen
Geselecteerde tekst plakken
Ongedaan maken (de laatste actie)

Ctrl + b
Ctrl + i
Ctrl + u

Vet maken
Cursief maken
Onderstrepen

Ctrl + t
Ctrl + d

Volledig scherm (indien beschikbaar)
Bestanden, berichten, sneltoetsen en andere items
verwijderen.

Ctrl + p

Afdrukken of eigenschappen

Ctrl + n
Ctrl + o
Ctrl + e

Een nieuw bestand maken
Openen
Sluiten

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

32

Alge

mene gegevens

Bestanden opslaan

Als u een nieuw bestand voor de eerste keer sluit of als u een bestand wilt opslaan,
wordt u gevraagd een naam voor het bestand in te voeren en een map op te geven
waarin het bestand moet worden opgeslagen.

Ctrl + s
Ctrl + Shift + s

Opslaan
Opslaan als

Chr + pijl links/rechts (op de navigatietoets)

De cursor verplaatsen naar het begin of einde van de
regel

Chr + pijl omhoog/omlaag (op de navigatietoets)

Naar de vorige of volgende pagina gaan

Chr + Ctrl + pijl omhoog/omlaag (op de navigatie-
toets)

Naar het begin of einde van het document gaan

Shift + Ctrl + pijl links/rechts (op de navigatietoets)

Het vorige of volgende woord selecteren

Shift + pijl rechts/links/omhoog/omlaag (op de navi-
gatietoets)

Eén tekstteken of -regel selecteren

Shift + Chr + pijl omhoog/omlaag (op de navigatie-
toets)

Tekst per pagina selecteren in een document

Sneltoets

Functie

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

33

Alge

mene gegevens

Figuur 10

De volgende opdrachten worden beschikbaar in het dialoogvenster:

OK: hiermee bevestigt u de naam van het document.

Bladeren: hiermee wordt een dialoogvenster geopend waarin u kunt bladeren naar
de locatie waar u het bestand wilt opslaan.

Formaat wijzigen: hiermee geeft u een lijst met formaten weer. U kunt opgeven
in welk formaat u het document wilt opslaan.

Annuleren: hiermee wordt het dialoogvenster gesloten zonder iets op te slaan.

Opmerking: Als u het bestand niet wilt opslaan, drukt u op de toets Menu en

selecteert u Bestand> Wijzigingen negeren…. Vervolgens sluit u het
bestand.

Documenten verzenden

Berichten kunt u verzenden vanuit de toepassing Berichten. Daarnaast kunt u met
de communicator ook documenten verzenden vanuit alle toepassingen waarin de
optie Verzenden beschikbaar is in de menulijst.

Als faxbericht: u kunt het document als faxbericht verzenden.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

34

Alge

mene gegevens

Als e-mail: u kunt het document als e-mailbericht verzenden.

Als SMS-bericht: u kunt het document als SMS-bericht verzenden.

Via infrarood: u kunt het document via infrarood verzenden.

Opmerking: Als u een document opent, wordt het document in de juiste editor

of viewer geopend. De beschikbare opdrachten variëren,
afhankelijk van de editor/viewer.

Tekst zoeken

In alle toepassingen waarin deze functie beschikbaar is in de menulijst kunt u
zoeken naar tekenreeksen.

1 Druk op de toets Menu en kies Bewerken > Zoeken. Er verschijnt een

dialoogvenster.

2 Typ de tekenreeks in het zoekveld en druk op Zoeken.
3 Als er een overeenkomende tekenreeks wordt gevonden, wordt deze

gemarkeerd.
Als u wilt weten of de tekenreeksen vaker in het document voorkomen, drukt u
op Volgende zoeken.

4 Als u de zoekopdracht opnieuw wilt definiëren, drukt u op Opties. Er wordt een

dialoogvenster geopend waarin u opties kunt definiëren, zoals
Hoofdlettergevoelig of Heel woord.

Tekst vervangen

1 Selecteer een stuk tekst, druk op de toets Menu en selecteer Bewerken >

Zoeken…. Of
zoek naar een tekenreeks met de functie Zoeken (zoals hiervoor is beschreven),
en druk op Vervangen. Er verschijnt een dialoogvenster.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

35

Alge

mene gegevens

2 Typ de tekenreeks in het veld Vervangen door:.
3 Als u alle overeenkomende tekenreeksen in het document wilt vervangen, drukt

u op Opties. Er wordt een dialoogvenster geopend. Selecteer Ja.

Tip: Alles vervangen is

alleen beschikbaar als u Ja
hebt geselecteerd in het
dialoogvenster Alles
vervangen.

4 Druk op Vervangen of Alles vervangen.

Spelling controleren

Opmerking: U kunt alleen de spelling van Engelse tekst en woorden

controleren.

U kunt de spelling van woorden en tekst controleren in de toepassingen waarin
Spellingcontrole… beschikbaar is in de menulijst. Als u deze functie wilt gebruiken,
moet u de spellingcontrole eerst installeren vanaf de cd-rom die met de
communicator wordt meegeleverd. Zie ‘Software installeren vanaf de cd-rom’ op
pagina 39 voor meer informatie.

Tip: Als u specifieke

woorden wilt controleren,
kunt u deze selecteren.
Anders wordt de gehele
tekst doorzocht en op
spelling gecontroleerd.

1 Druk op de toets Menu en kies Tools > Spellingcontrole…. Als er tijdens de

spellingcontrole een woord wordt aangetroffen dat niet wordt herkend, wordt
er een dialoogvenster geopend.

2 U kunt de correctie in het correctieveld typen. U kunt ook naar het veld

Suggesties gaan en op de Tab- of Enter-toets drukken om een lijst met
suggesties te openen.

3 Selecteer een woord in de lijst met suggesties en druk vervolgens op Vervangen

om de correctie of suggestie te accepteren.

4 Als u tijdens stap 2 een niet-herkend woord wilt toevoegen aan de woordenlijst,

drukt u op Toevoegen.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

36

Alge

mene gegevens

Afdrukken

U kunt diverse items zoals documenten, afbeeldingen, faxberichten,
e-mailberichten en SMS-berichten afdrukken.

Opmerking: Zie de startpagina van Forum Nokia op het World Wide Web op

www.forum.nokia.com voor meer informatie over ondersteunde
printers.

Raadpleeg de gebruikershandleiding van de printer voor uitgebreide
veiligheidsinstructies voor de printer.

1 Druk op de toets Menu en selecteer Bestand > Afdrukken > Afdrukken…. Er

verschijnt een bericht met het afdrukbereik, verbindingstype en de gebruikte
printer.

2 Druk op Afdrukken. Als u de afdrukopties wilt wijzigen, drukt u op Opties.
3 Als u een afdrukvoorbeeld wilt zien, drukt u op Afdrukvoorbeeld. Er verschijnt

een dialoogvenster.
Als u de pagina-instelling wilt definiëren, drukt u op Paginainstellingen.

Figuur 11

Controleer bij het afdrukken via infrarood of de infraroodpoorten van de
communicator en de printer op elkaar gericht zijn. Houd de infraroodverbinding
vrij. Als de verbinding te lang wordt geblokkeerd, bijvoorbeeld als er iets tussen de

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

37

Alge

mene gegevens

infraroodsensoren wordt geplaatst of als de communicator wordt verplaatst, wordt
het afdrukken onderbroken. Zie pagina 40 voor informatie over de
infraroodverbinding.

Logboek

Tip: met

logboekbestanden kunt u de
communicatie controleren,
de gegevens gebruiken om
contactkaarten te maken of
bestaande gegevens aan te
vullen, of de geadresseerde
rechtstreeks vanuit het
logboek beantwoorden.

Het logboek bevat informatie over de communicatiehistorie van de communicator.
In het algemene logboek worden alle of bepaalde typen
communicatiegebeurtenissen in chronologische volgorde weergegeven.

Opmerking: De externe postbus, WAP- en Internet-verbindingen worden

vastgelegd als dataoproepen.

Tip: U kunt de

categorieën Datum en tijd en
Duur wijzigen in Onderwerp
en Status door op < en > op
de navigatietoets te
drukken.

Figuur 12

Het logboek openen

U kunt het logboek openen vanuit het menu van verschillende toepassingen.

Druk op de toets Menu en kies Tools > Logboek.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

38

Alge

mene gegevens

Een specifieke communicatiegebeurtenis gebruiken

1 Kies een logboekgebeurtenis en druk op Gebruiken. De opdrachtknoppen

worden aangepast.

Tip: Een

communicatietype kan een
van de volgende
afleveringsstatussen
hebben: onderweg,
afgeleverd, mislukt,
verzonden, niet verzonden en
gepland.

2 U kunt nu de volgende handelingen uitvoeren: een fax- of SMS-bericht

verzenden naar het contact, het contact bellen of het contact toevoegen aan
uw contactenbestand. Bekijk de opdrachtknoppen om te zien welke opties
beschikbaar zijn.

Alleen bepaalde communicatietypen weergeven

1 Druk op Filteren op type om het communicatietype te kiezen dat u wilt

weergeven.
Met de optie Filteren op richting kunt u opgeven of u de communicatie die
afkomstig is van uzelf of de communicatie afkomstig van de externe partij wilt
weergeven.

2 Kies een van de opties.
3 Druk op OK.

De inhoud van het logboek verwijderen

Logboekgebeurtenissen worden slechts een bepaald aantal dagen opgeslagen in de
logboekdatabase, waarna ze automatisch worden verwijderd om geheugen vrij te
maken op de communicator. U kunt de standaardwaarde wijzigen. Druk op de toets
Menu en kies Tools > Logperiode….

1 Als u een deel of de volledige inhoud van het logboek wilt verwijderen, drukt u

op de toets Menu en kiest u Bestand > Logboek wissen….

2 Typ de datum. Alle logboekgebeurtenissen met een eerdere datum worden

verwijderd uit het logboek.

3 Druk op Verwijderen.

background image

©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

39

Alge

mene gegevens