Faxmodem
In combinatie met een compatibele pc kunt u de communicator als faxmodem
gebruiken. De communicator kan met een seriële kabel of via een
infraroodverbinding op een pc worden aangesloten.
U moet eerst een nieuwe modemconfiguratie voor uw pc installeren, zodat uw pc
de communicator als faxmodem kan herkennen. Raadpleeg de handleiding bij uw
besturingssysteem voor meer informatie. Tijdens het installeren moet u op een
gegeven ogenblik het pad naar het bestand met de modemgegevens opgeven. Het
pad op de meegeleverde cd-rom is: Software voor pc: Printer- en
modemstuurprogramma’s. Voor ervaren gebruikers is hier ook een lijst met
ondersteunde AT-opdrachten beschikbaar. Normaal gesproken hoeft u deze
opdrachten niet te gebruiken.
Opmerking: Wanneer u de communicator als faxmodem wilt gebruiken, moet
uw netwerkbeheerder dataoproepen ondersteunen en moet deze
dienst op uw SIM-kaart geactiveerd zijn.
©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
262
Ext
ra’
s
Als u Faxmodem wilt openen, drukt u op de toepassingsknop Extra’s, selecteert u
Faxmodem en drukt u op Openen.
Een actieve pc-verbinding die voor een faxmodem wordt gebruikt, wordt na 20
minuten verbroken wanneer in die periode geen gegevens worden verzonden of
ontvangen. Actieve oproepen worden echter niet automatisch afgebroken.
Opmerking: U kunt de instellingen van de faxmodem niet wijzigen als de
modem actief is. Als u deze instellingen wilt wijzigen, moet u
ervoor zorgen dat de faxmodem niet actief is.
Instellingen
Open Faxmodem en druk op Instellingen. Er wordt een dialoogvenster met twee
tabbladen weergegeven.
Definieer de volgende gegevens:
Tabblad Verbinding
Verbindingstype: Druk op Wijzigen om deze optie te wijzigen. U kunt kiezen uit:
Infrarood en Kabel. Als u Infrarood kiest, worden de overige opties
automatisch ingesteld.
Als u Kabel kiest, moet u ook de volgende gegevens definiëren:
Overdrachtssnelheid: De snelheid waarmee de gegevens tussen uw communicator
en de pc worden overgebracht. De optimale overdrachtsnelheid voor
normale GSM-oproepen is 19200. Voor hoge-snelheidsoproepen moet u
115200 selecteren. Selecteer in uw pc-toepassing dezelfde snelheid.
Databits: De hoeveelheid bits die worden gebruikt om een byte te vormen.
Doorgaans gebruikt u de standaardoptie (8).
©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
263
Ext
ra’
s
Pariteit: Een paritietsprocedure voor de foutcontrole. Doorgaans gebruikt u de
standaardoptie (Geen).
Stopbits: De hoeveelheid stopbits die worden gebruikt. Doorgaans gebruikt u de
standaardoptie (1).
Datatransportbesturing: Het wordt aanbevolen Software te selecteren. Deze
instelling moet in uw pc hetzelfde zijn.
Tabblad Besturingssysteem
Windows 2000: Wanneer u geen Windows 2000 gebruikt, drukt u op Gereed en
selecteert u Nee. De overige opties op het tabblad worden lichter
gekleurd. Wanneer u wel Windows 2000 gebruikt, selecteert u Ja.
Definieer ook de volgende verbindingsgegevens. De benodigde gegevens
worden geleverd door de host die u wilt oproepen. Als u niet over deze
gegevens beschikt, kunt u proberen de standaardopties te gebruiken.
Type verbinding: U kunt kiezen uit: Normaal/Hoge snelheid. Normaal is de
standaardwaarde.
Type externe modem: U kunt kiezen uit: Analoog/ISDN V.110/ISDN V.120. Analoog is
de standaardwaarde.
Max. verbindingssnelheid: De standaardwaarde bij een analoogverbinding is
Automatisch.
Opmerking: Deze configuratie moet opnieuw worden ingesteld wanneer u een
ander type modem wilt gebruiken. Als de verbinding niet goed is
ingesteld, kunnen geen oproepen totstandkomen.
De faxmodem activeren of uitschakelen
Druk in het beginvenster van Faxmodem op Activeren of Uitschakelen.
©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
265
Problemen o
p
lo
ssen